Gisteren maakte demissionair premier Rutte bekend dat Nederland 100 miljoen euro bijdraagt aan snelle levering van een partij artilleriegranaten aan Oekraïne. Het land heeft een nijpend tekort aan munitie. “We zien dat het verschil tussen Oekraïne en Rusland groot is”, zegt Eichelsheim. “Acht staat tot één, qua munitieverbruik. Dat moet aan Oekraïense zijde meer worden.”
Nederland heeft al voor miljarden aan munitie en materieel toegezegd. Zo kreeg Oekraïne 45 in de Tsjechische plaats Šternberk opgelapte T72-tanks. Op deze locatie worden ook negen Dita-houwitsers gemaakt die Nederland financiert.
De productie in Šternberk is sinds het begin van de oorlog flink opgeschroefd. “Door de productiecapaciteit te vergroten ben je in staat meer te leveren”, zegt Eichelsheim. “Maar ik ben het ermee eens: het moet meer en het moet sneller.”
Te weinig, te laat
De Adviesraad Internationale Vraagstukken zei vorige week nog dat alle Nederlandse steun, hoe goed bedoeld ook, niet voldoende is. “Het is een beetje te weinig te laat”, zei AIV-voorzitter Bert Koenders. “Ik vind dat Nederland goed vooroploopt. Ook met F-16’s, maar je ziet dat de weifelachtigheid om op tijd de juiste middelen te leveren aan Oekraïne nu toch ook levens kost.”
Maar makkelijk is het niet om materieel bij elkaar te sprokkelen, zegt kolonel Simon Wouda van de Taskforce Oekraïne. Iedereen is nu op zoek naar wat er nog te krijgen valt. “Het is echt speurwerk.” Veel landen zijn hun defensie aan het versterken en op zoek naar wat er nog te krijgen is.
De kritiek dat de steun aan Oekraïne ‘too little too late’ is, begrijpt hij goed. “Voor Oekraïne is de oorlog vandaag, dus ze willen vandaag de spullen hebben. En wij doen er alles aan om dat voor elkaar te krijgen. Wij doen het zo snel als mogelijk is. Komend half jaar zullen er veel spullen geleverd worden uit Nederland die zijn toegezegd.”
Nederland doet relatief veel
Vergeleken met andere landen doet Nederland relatief veel, zegt politiek verslaggever Roel Schreinemachers. “Maar de Nederlandse bijdrage alleen zal natuurlijk het verschil niet maken. Daarvoor is langdurige steun van veel landen nodig. Maar die staat onder druk, en de vraag is dus hoe lang Oekraïne daar op kan blijven rekenen.”
