Begin januari kondigde Cuba aan dat de brandstofprijs per 1 februari met meer dan 400 procent zou stijgen. Deze vervijfvoudiging ging toen niet door door een ‘cyberbeveiligingsincident’ en werd uitgesteld.
Gisteren maakte de minister van Financiën Vladimir Regueiro van de communistische regering bekend dat de prijs per 1 maart alsnog vijf keer over de kop gaat.
Geldnood
De prijs van een liter gewone benzine, met een octaangetal van 91 zoals dat in Nederland niet voorkomt, stijgt van 25 Cubaanse peso (19 cent) naar 132 peso (5,08 euro). Benzine zoals we die in Nederland tanken, kost op Cuba vanaf morgen 6,01 euro per liter.
Ter vergelijking: in Nederland betalen we daar momenteel zo’n 2,16 euro voor.
De reden voor de plotselinge stijging? Cuba zit in geldnood en met de maatregel probeert de regering het begrotingstekort terug te dringen. Opvallend genoeg blijft de prijs voor het openbaar vervoer wel hetzelfde.
Nasleep corona
Het land met 11 miljoen inwoners beleeft momenteel zijn ergste economische crisis sinds de ineenstorting van het Sovjetblok in de jaren negentig.
Dat heeft onder meer te maken met de nasleep van de coronapandemie en een verscherping van Amerikaanse sancties. Daarbij is heel de Cubaanse economie de afgelopen jaren structureel verzwakt. Vorig jaar was de officiële inflatie zo’n 30 procent, maar experts denken dat geld in werkelijkheid nog wel minder waard werd.
Overheidssubsidies
Cuba heeft voortdurend te maken met tekorten aan benzine en andere basisproducten. De overheid subsidieert bijna alle goederen en diensten die Cubanen consumeren.